In de herfst is het aangeraden om enkele belangrijke elementen na te kijken die de wagen optimaal voorbereiden op het koude seizoen. Maak gebruik van de nog zachte periode om dit te doen voordat de eerste vorst toeslaat.
7 aandachtspunten om de winter zorgeloos met de auto tegemoet te gaan
1. Rij met winterbanden
Zodra de temperatuur daalt (< 7°C), is het aan te raden om winterbanden te monteren. Hun grip op de weg in winterse omstandigheden is optimaal en biedt u dus meer veiligheid.
Een winterband heeft groeven die speciaal zijn ontworpen om zich beter aan de sneeuw te hechten. Als deze groeven verstopt of versleten zijn, zal de band minder wegvast zijn.
Tip: controleer uw bandenspanning minstens één keer per maand en met “koude motor”. Een warmgedraaide autoband bevat warme lucht, waardoor hij meer uitzet en hierdoor de drukmeting kan verstoren. Lees, voor meer informatie over banden, ons artikel “Banden te veel of te weinig opgepomt: wat zijn de risico’s?”
Nuttige weetjes: Bij het monteren van tweedehandse banden is het belangrijk om enkele belangrijke kenmerken te controleren, zoals de productiedatum. Die gegevens lijken misschien moeilijk te lezen, maar in werkelijkheid is het heel eenvoudig. Professionals adviseren inderdaad dat een band niet langer dan 6 jaar mag meegaan, maar deze levensduur kan variëren afhankelijk van de manier waarop de band wordt opgeslagen. Lees in dit verband het artikel dat meer informatie geeft over de beste manier om autobanden op te slaan: “Hoe en waar slaat men best zijn autobanden op?”
2. Een oudere batterij = een grotere kans op een panne!
Als u een batterij hebt met lage spanning (een traditionele accu), neemt u best vóór het koude seizoen contact op met uw garagehouder om te testen of uw accu nog in goede staat is om de winter te doorstaan.
Steeds meer voertuigen zijn uitgerust met technologische hulpmiddelen die rechtstreeks op de accu worden aangesloten. Een onjuiste behandeling (zoals het opladen) kan een kortsluiting in deze componenten veroorzaken. Vermijd dus om zelf uw batterij op te laden en doe een beroep op uw pechverhelper.
Tip: Om uw wagen gemakkelijker te starten na een koude nacht is het aanbevolen om bij het opstarten van de motor alle elektrische componenten (radio, verwarming, koplampen, enz.) uit te schakelen. De eerste startpoging zal makkelijker verlopen indien de koplampen een paar seconden ingeschakeld en nadien uitgeschakeld worden (voor zover uw wagen dit niet automatisch doet). Dit zal ervoor zorgen dat de batterij “wakker” wordt.
Laatste goede raad: vermijd extra belasting door het koppelingspedaal ingeduwd te houden bij het opstarten. Hierdoor wordt de motor losgekoppeld van de versnellingsbak waardoor het starten gemakkelijker is.
Als uw auto na enkele pogingen niet wil starten, forceer hem dan niet! Wacht eventjes en probeer het opnieuw na een paar minuten.
De batterij kan worden beschouwd als het hart van de auto. Met een zwakke of platte batterij zal het voertuig niet starten. De batterij is net zo blootgesteld aan negatieve temperaturen als de motor, en een koude motor vereist veel energie van de accu om te starten. Lees in dit verband het artikel “Hoe voorkomt men een patte batterij?”
Een eenvoudige manier om te weten of uw batterij aan het einde van haar levensduur is, is het gebruik van een klein doosje dat in de aanstekercontactdoos wordt gestoken en de accuspanning berekent. Zo bedraagt de voltage van een “gezonde” accu ongeveer 12,4 volt bij stilstand en 14 volt bij een draaiende motor.
3. Goed zien om gezien te worden
De overgang naar het winteruur vervroegt het uur waarop het duister wordt. Daarom is het essentieel dat de koplampen in orde zijn om goed te kunnen zien en gezien te worden. Controleer regelmatig de werking van al uw lampen. Ga tegelijkertijd ook de positie na van uw koplampen en stel ze goed af. Het is beter om de weg te verlichten, dan de bestuurder die u op de weg tegemoet komt (of volgt) te verblinden!
De regel telt ook voor fietsers, voetgangers en andere zwakke weggebruikers. Wees goed zichtbaar. Controleer de verlichting van uw vervoermiddel en rust uzelf uit met knipperlampjes, reflecterende strips, fluorescerende vesten, enz. om gezien te worden en een mogelijk ongeval te voorkomen.
4. Neem de tijd om op te starten, maar ook niet te veel…
Bij koud weer is het niet nodig om de motor minutenlang in stilstand te laten draaien. Enerzijds is dit niet goed voor de motor, en anderzijds verhoogt dit alleen maar uw brandstofverbruik en de luchtvervuiling. Het is trouwens niet toegelaten om de motor langdurig te laten draaien wanneer de wagen stilstaat. U kunt er een boete voor krijgen.
De beste manier om uw motor (en voertuig) snel te verwarmen is eenvoudigweg te rijden. Neem echter de tijd voordat u de weg opgaat om uw ramen vrij te maken van vorst of condensatie.
Rij de eerste paar kilometers niet op volle kracht: een koude motor houdt hier niet van. Een warmgedraaide motor mag in principe een temperatuur van 90°C niet overschrijden voor een optimaal rendement. De temperatuur wordt op het dashboard weergegeven via de temperatuurmeter. Bij sommige auto’s is de temperatuurmeter niet aanwezig. Reken in dat geval op +/- 10 minuten voordat uw motor warm is.
5. Een ruitenvloeistof met antivriesmiddel
Om onnodige kosten te vermijden en als uw voertuig – voor de eerste vorst – gevuld is met vloeistof voor de ruiten die geen antivries bevat, kunt u de voorraad leegmaken door dagelijks wat te sproeien. Hierdoor wordt de vloeistoftank leeggemaakt en reinigt u tezelfdertijd uw voorruit. Van zodra de tank leeg is, vult u hem met een ruitenvloeistof die geschikt is voor de winter.
Kant-en-klare ruitenvloeistof in grote hoeveelheden of versies ervan die verdund moeten worden, verkrijgbaar in heel wat supermarkten, benzinestations of in gespecialiseerde winkels. Als u zelf de vloeistof wil verdunnen, volg dan de gebruiksaanwijzing zorgvuldig op en gebruik vooral het product niet zonder het te verdunnen.
6. Liever geen bevroren portieren!
Om bevroren deuren te voorkomen, is het nuttig om de rubberen afdichtingen van zowel de deuren als van de koffer in te vetten. Gebruik “balsems” of siliconenvetsprays die hiervoor specifiek ontworpen zijn. Een enkele, dunne laag is voldoende om de winter door te komen. Bovendien bespaart u dit mogelijke extra kosten en heel wat stress.
7. De staat en het onderhoud van uw ruitenwissers
Laten uw ruitenwissers het na om het regenwater efficiënt af te voeren of laten ze strepen achter op de voorruit?
Geen paniek: maak de ruitenwissers eerst schoon met een doek en gebruik de ruitensproeier. Als dit geen afdoend resultaat oplevert, aarzel dan niet om ze te vervangen. Ruitenwissers in goede staat zorgen voor een goed zicht en zijn daarom een garantie voor uw veiligheid.
Om ze te beschermen, vermijdt u dat ze bij vorst direct in contact komen met de voorruit. Plaats een voorwerp tussenin zoals één of meerdere kurken om het contact tussen het glas en het rubber te vermijden.
Gebruik ze niet om vriesdauw of sneeuw van de voorruit weg te borstelen! Het gewicht van de sneeuw kan de stelen vervormen. Kies in dit geval voor de goede ouderwetse methode van de ijskrabber.
Tot slot…
Een technisch probleem of een autopech is helaas nooit uitgesloten. Denk er daarom aan om uzelf en uw voertuig goed te beschermen met een goede bijstandsverzekering.
Goede reis!
Lees ook:
-Rijden met winterbanden
–Hoe bescherm ik mijn auto in de winter?
Eerste publicatie: 10/2019 - Update: 11/2022