De meeste reizigers kiezen voor warme en zonnige reisbestemmingen. Maar anderen verkiezen dan weer veel koudere oorden (het hoge noorden, de poolgebieden of hoog gelegen plaatsen, …) om er lange wandelingen doorheen de ongerepte natuur te maken of op trektocht te gaan.
Wat zijn de valkuilen van die koude gebieden en hoe beschermt men zich het best?
1. De reisbestemming goed kiezen
– Informeer u op correcte wijze over de regio of het land dat u wilt bezoeken, en dit in functie van het seizoen: de dag- en nachttemperaturen, de weersvoorspellingen, de mogelijkheden om er op trektocht te gaan, …
– Pak uw koffer in overeenstemming met het type reis: Blijft u het merendeel van de tijd in een stad of op plaatsen die beschermd zijn van de koude? Of kiest u liever plaatsen in de volle natuur waar u blootgesteld wordt aan negatieve temperaturen of aan de sneeuw? Vergeet ook niet dat het heel koud kan zijn in hoger gelegen gebieden (bergstreken) van een land met een gematigd of een warm klimaat. Denk eraan als u uw koffers inpakt.
2. Goed gekleed op stap
In koude landen moet u zich beschermen tegen
- de koude: om onderkoeling (*) of winterkloven tegen te gaan,
- de vochtigheid: ze geeft een onaangenaam gevoel en slorpt de koude op,
- de zon : ondanks een zeer lage temperatuur, kan de zon verblindend zijn voor de ogen en de huid verbranden,
- de wind: in combinatie met onaangepaste kledij, kan de wind het lichaam snel doen afkoelen en de transpiratie snel doen verdampen: het lichaam droogt dan uit zonder dat men het gewaar wordt.
De regel van de 3 lagen
Aangepaste kledij dragen in een koud land, betekent niet dat men dikke, superwarme kleding moet aantrekken, maar wel dat men zich moet kleden met verschillende lagen van lichte en warme kledij die men over elkaar aantrekt (dit laat toe om tussen elke kleding een kleine luchtlaag te behouden).
De eerste laag: Het ondergoed. Katoenen kleding houdt de transpiratie vast. Indien men langdurig in de koude blijft, is het dus aan te raden om kledij te dragen in synthetische vezels.
De tweede laag: Deze laag zorgt voor (het behoud van) de warmte en beschermt tegen de koude. Net zoals katoenen kleding, kunnen wollen truien het zweet opslorpen, uiteindelijk zwaarder worden en hun isolerende kenmerken verliezen. Als u toch wollen kleding verkiest, kunt u uw toevlucht zoeken tot kleding met wol van merinoschapen. In het andere geval, kunt u kiezen voor “poolkleding” die u in gespecialiseerde winkels kunt vinden.
De derde laag: De buitenbescherming. Deze laag moet voldoende efficiënt zijn om u te beschermen tegen regen en wind. Kies een lichte kleding die niet te dik is.
Welke broek? Hier weer kiest men best voor een niet te dikke broek die u zal beschermen en u voldoende en langdurig zal isoleren van de koude. Jeansbroeken zijn bij regen- of sneeuwweer te vermijden: ze slorpen immers alle vochtigheid op, worden zwaar en verliezen hun isolerende werking. Daarenboven drogen ze heel traag.
Tip: Trek kledij aan die voldoende breed is. Zij zal ertoe bijdragen dat er tussenin een luchtlaag ontstaat en ze zal geen hinder vormen voor een vlotte bloedsomloop.
Het hoofd
Weet u dat het grootste deel van de lichaamswarmte verloren gaat via het hoofd? Het is dus heel belangrijk om het hoofd en de oren goed te bedekken (een hoofddeksel van het type “chapka” is ideaal).
Bescherm uw ogen als u in een sneeuwlandschap rondloopt (zonnebril) en uw neus en hals indien de wind koud is (sjaal of buff). Vergeet uw zonnecrème en een lippenzalf niet.
De handen en de voeten
Bescherm uw handen door handschoenen te dragen met een voering. Er bestaan herbruikbare handverwarmers in het geval u koude handen zou hebben.
Kies stevige, niet te zware laarzen of boots die uw voeten tegen de vochtigheid zullen beschermen. Draag twee paar sokken: het ene paar voor uw comfort en hygiëne, het andere voor een goede thermische bescherming.
Hebt u last van koude voeten of tenen? Gebruik dan voet- of teenverwarmers. In de handel zijn er ook zeer nuttige zoolverwarmers verkrijgbaar.
3. Het materiaal
Neem geen overtollige spullen mee indien u op trektocht gaat. (Lees in dit geval het artikel “Enkele vragen vooraleer op trektocht te gaan.“)
Tip: Brengt u de nacht door in een tent en in de koude? Zoek natuurlijk materiaal op dat u tussen de ondergrond en het grondzeil kunt leggen, zoals bvb. een laag bladeren of dennennaalden: deze laag zal dienen als extra isolatie.
Leg vervolgens een isolatiemateriaal tussen uzelf en het grondzeil en slaap in een slaapzak die geschikt is om de nacht door te brengen in negatieve temperaturen. Verlies niet uit het oog dat alles wat in de kou blijft gedurende de nacht kan bevriezen!
4. Een goede voeding
Uw lichaam verbruikt meer energie in koude gebieden dan in streken met een gematigd klimaat. Las dus regelmatig pauzes in om energierijke voeding te eten (maar geen “zware” voeding). Kies ook voor warme dranken (in een thermosfles). Vergeet niet dat koude dranken kunnen bevriezen. Vermijd alcohol: het eerste effect van alcohol zal een warmtegevoel zijn, maar deze zal slechts kortstondig zijn.
(*) Nota: onderkoeling komt voor wanneer de lichaamstemperatuur lager is dan 35°C. Ze kan gevaarlijk zijn indien ze intens en/of langdurig is. Verwittig in dit geval zo snel mogelijk de nooddiensten.
Wij zoeken deze kerstvakantie eens geen skioord op, maar hebben een leuke B&B geboekt in Haspengouw. Al heel wat horen vertellen over deze streek. Naar’t schijnt zou het prachtig zijn, ik ben benieuwd!