Avonturier et parapentevlieger Tom de Dorlodot begaf zich naar het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland om er gedurende drie weken rond te trekken in de bergen. Hij vertelt ons zijn avontuur in de “Middel-Earth” en geeft ons zijn beste tips om je te helpen bij de voorbereiding van je grote trekking aan de andere kant van de wereld.
Nieuw-Zeeland : een paradijs voor de trekkers
Waarom op trekking gaan in Nieuw-Zeeland?
Vier jaar geleden trok ik op avontuur op het Zuidereiland samen met mijn vriend Ferdinand Van Schelven. Gedurende meer dan 3 weken legden we een afstand af van bijna 900 km te voet en met de parapente. Het was een ongelooflijk avontuur, zonder enige hulp van buiten uit, van de Mavora Lakes in het zuiden tot het stadje Nelson helemaal in het noorden. Wij droegen onze parapente en onze parapente droeg ons tijdens de lange vluchten boven de bergen. Sommige dagen maakten wij een vlucht van meer dan 100 km op meer dan 3.000 m hoogte. Zo ontdekte ik een fantastisch land met een prachtige natuur en was ik onder de indruk van de infrastructuur die ter plaatse voorzien is voor de backpackers.
Nieuw-Zeeland is echt op maat gesneden voor de liefhebbers van trektochten. Het is ook een toonbeeld van het ecotoerisme.
Na mijn thuiskomst had ik slechts één idee : terugkeren…
De voorbereiding
Eindelijk kom ik aan in Queenstown na een vlucht van meer dan dertig uur. Ik heb alles mee in mijn zak: een parapente, een raftpack (opblaasbare kayak) en mijn volledige uitrusting om op trekking te gaan. Mijn idee is om te voet naar de bergen te stappen en me met mijn parapente door de wind te laten voeren. Ik neem genoeg etenswaren mee om het minstens één week vol te houden zonder naar de bewoonde wereld te moeten terugkeren.
Ik beschik slechts over twee dagen om me voor te bereiden!
Het DOC
Mijn eerste reflex is om langs te gaan bij het DOC (Department Of Conservation). Het DOC heeft kantoren zowat overal in het land. Het is de ideale plek om raad en informatie te vragen over de trekkingsmogelijkheden. Het departement kent heel goed de wandelpaden en de tijd nodig om trajecten af te leggen, en zal me kunnen zeggen of de gekozen paden begaanbaar zijn of in slechte staat (modder, grondverschuivingen, overstromingen). Omgevallen bomen of wassende rivieren kunnen het traject moeilijk, gevaarlijk of zelfs onmogelijk maken. Het is dus heel belangrijk om de reisroute goed na te kijken vóór het vertrek.
De “huts”
Het Zuidereiland is bezaaid met trekkingsroutes. Ze zijn zo talrijk dat er in elke vallei een afgebakende weg is. Om de tien kilometer vindt men een gastvrije “hut”. De “huts” zijn plaatsen waar de trekkers kunnen schuilen. Binnen zijn er altijd enkele bedden, drinkbaar water (hier drinkt men regenwater of rivierwater zonder dat men zich veel zorgen hoeft te maken), toiletten en soms zelfs een houtkachel om zich te verwarmen. Alle huts zijn aanduid op de kaarten en zijn dankbare rustplaatsen voor de trekkers. Het is ook een mooie gelegenheid om er kennis te maken met avonturiers van over de hele wereld die er komen overnachten.
Om er te mogen slapen volstaat het om een ticket aan te kopen bij het DOC (3 à 4 NZD, hetzij 2 à 3 EUR). In mijn geval kies ik voor een seizoenpas voor 90 NZD (+:- 60 EUR). In elke hut is er een register waar men een spoor kan achterlaten. Ik zal er mijn naam inschrijven, de datum van mijn bezoek, de weersomstandigheden en mijn volgende bestemming.
Ik maak gebruik van mijn bezoek in het DOC om een papieren stafkaart te kopen van de streek die ik ga verkennen. De apps en de GPS zijn fantastische middelen, maar veiligheidshalve neem ik altijd een kaart en een kompas mee, want als de technologie het laat afweten, kunnen ze van levensbelang zijn!
Eventjes winkelen
Ik ga nog even winkelen in de winkel om de hoek : gasflessen om te koken, voldoende gedroogde voeding (het Nieuw-Zeelands merk Back Country is top!), droge vruchten, zonnecrème, tandpasta, batterijen en energierijke drank… Nu ben ik klaar!
‘s Avonds spreid ik al mijn materiaal uit op de grond om na te gaan of ik niets mis.
Checklist van de expeditie
Dit is mijn checklist, ook geldig voor de meeste expedities van dezelfde aard:
- Een parapente;
- Een goede rugzak, stevig en comfortabel;
- Waterdichte zakken (het is belangrijk om alle spullen droog te houden);
- Een papieren landkaart (indien mogelijk geplastificeerd);
- Een kompas;
- Een aansteker;
- Een gasvuurtje en voldoende gasflesjes;
- Een pannetje (liefst in titanium omdat ze heel licht zijn en altijd makkelijk bruikbaar zijn, wat niet het geval is bij stoofjes van het type JetBoil);
- Bestek;
- Een EHBO-kit (met Compeeds);
- Zonnecrème;
- Anti friction crème;
- Muggenzalf;
- Basis toiletzakje en benodigdheden;
- Een waterfilter (Dit is altijd veiliger. Het zou te jammer zijn om ziek te worden) Het merk Sawyer maakt lichte filters die heel gebruiksvriendelijk zijn. Je kunt ook zuiveringspastilles kopen in een apotheek, maar de smaak van chloor is niet geweldig. Je moet vooral vermijden water te drinken uit stilstaand water en water op plekken waar beesten talrijk aanwezig zijn (bvb. kudde schapen, koeien, enz. )
- Een zonnebril (Factor 3 aanbevolen);
- Een Zwitsers zakmes;
- Een voorhoofdslamp;
- Een uurwerk (dat ook als GPS, altimeter, kompas kan dienen);
- Een draagbare telefoon (ik sla altijd het nummer op van de plaatselijke hulpdiensten);
- Toiletpapier;
- Een camel bag (denk eraan voldoende te drinken);
- Een herstellingskit (tape, naaigerief);
- Eco friendly zeep om zichzelf en de klederen te wassen (zo hoef je minder kledij mee te nemen en ben je lichter geladen).
Welke kledij?
Ik geef de voorkeur aan kledij die snel droogt en ik vermijd katoen. Wol van merinoschapen (die trouwens van Nieuw-Zeeland afkomstig zijn) is super want ze neemt de geuren niet op en droogt heel snel. Persoonlijk neem ik een goede Gore-Tex vest mee, een comfortabele fleece, enkele T-shirts, ondergoed, sokken, een lange broek en een short. Denk ook aan goede stapschoenen (vertrek niet met nieuwe schoenen, schoenen moet je best “inlopen”). Een goede slaapzak (Neem veiligheidshalve een marge van 5 à 10°. ‘s Nachts kunnen de temperaturen makkelijk 0°C benaderen in Nieuw-Zeeland. Ik heb dus een slaapzak meegenomen met een slaapcomfort tot -8°C).
GPS
In de bergen van het Zuidereiland is er geen bereik. Ik neem dus een GPS/satelliet tracker mee. Zo kunnen mijn vrienden en mijn familie me rechtstreeks volgen op het web. Een dergelijk toestel kan men huren in een DOC of in een gespecialiseerde winkel aankopen. Het model Garmin InReach SE laat toe om sms’en te sturen en te ontvangen, noodoproepen te lanceren en navigatiekaarten te raadplegen.
Visvangst en gevaarlijke dieren
Ik neem ook wandelstokken mee (ze zijn een kostbare hulp) en een Tenkara hengel. In Nieuw-Zeeland zijn er veel plaatsen waar men kan vissen. Een lekkere vis vangen, kan me helpen indien ik geen voedsel meer zou hebben. 😉 Ik heb dus een visvergunning op zak en heb informatie ingewonnen over de wetgeving.
Gelukkig zijn er geen gevaarlijke dieren in Nieuw-Zeeland, dit in tegenstelling met Australië dat niet zo veraf ligt en waar het wemelt aan gevaarlijke dieren (slangen, spinnen, alligators, enz).
Ik stippel mijn reisweg uit en informeer mijn naasten of mijn vrienden over de weg die ik zal volgen en de dag van mijn terugkeer.
Nog een « test run » en we zijn vertrekkensklaar!
Gedurende de eerste week ga ik op stap met Franck, een vriend die ik hier vier jaar geleden heb ontmoet. Het is altijd beter om niet alleen op stap te gaan. Bovendien kent hij de streek als zijn broekzak en is hij in zeer goede fysieke conditie.
Meestal doe ik een “test run”: ik vertrek een tweetal dagen om mijn materiaal te testen en om te checken wat beter kan, wat ontbreekt of aangepast moet worden. Ik keer dan terug naar de thuisbasis, doe het nodige en vertrek nadien voorgoed.
We zijn dus klaar om te vertrekken. De eerste dag hou ik me bewust in. Ik start kalm aan om mijn fysieke conditie te sparen en mijn materiaal te testen. Ik tracht het juiste ritme te vinden, slaap goed en eet voldoende en gezond.
Ik zorg ervoor om vóór het invallen van de nacht de hut te bereiken. De weg is niet altijd duidelijk zichtbaar en ’s nachts is de afbakening niet makkelijk te vinden. Je moet weten dat de zon hier rond 21u ondergaat en om 7u ’s ochtends opgaat.
Trouwens, wat de zon betreft : let op, want we zijn in het zuidelijk halfrond. De zon gaat dus van het oosten naar het westen via het noorden (en niet via het zuiden zoals bij ons): niet onbelangrijk als jij je op de zon oriënteert. 😉
Paradijselijke trektochten
Ik heb een drietal ongelooflijke weken doorgebracht in de lucht met mijn parapente, of al wandelend doorheen de valleien. Ik heb “gepackraft”, gevist en fantastisch mooie valleien ontdekt en geweldige mensen ontmoet.
Ik raad Nieuw-Zeeland ten zeerste aan, en in het bijzonder aan de trekkers. De bestemming mag dan nog aan de andere kant van de wereld zijn, ze loont heel zeker de moeite.
Maak je zak klaar en trek erop uit. Het eiland heeft reusachtig veel moois te bieden.
Als beste bewijs, enkele foto’s die ik gemaakt heb…
Blue skies and soft landings,
Tom.
Gouden regels
- Breng iemand op de hoogte van je reisweg.
- Neem voldoende mondvoorraad mee.
- Zorg voor een goede uitrusting.
- Overschat je krachten niet.
Over de auteur:
Tom de Dorlodot is professionele paraglider. Hij zoekt overal ter wereld de mooiste plekken op om zijn passie voor de grootse, maagdelijke natuur te kunnen beleven. Deze globetrotter bezocht reeds meer dan 60 landen en komt steeds terug met mooie verhalen en schitterende foto’s. Tom is leider van het team Search Projects.
Volg de andere avonturen van Tom in ons dossier “Reizen en avontuur”