De vrees van elke wereldreiziger bestaat erin om om vroeg of laat in de val te lopen van een oplichter.
Hierbij enkele anecdotes van een koppel wereldreizigers en hun nuttige tips.
Zo wordt je minder snel opgelicht:
- Het risico om opgelicht te worden is reëel, in het bijzonder in landen waar de levensstandaard ver beneden de onze ligt. Men moet er dus waakzaam blijven, maar zonder in een paranoïa te belanden.
- Hebt u ter plaatse een betrouwbare contactpersoon? Vraag hem informatie over de oplichtingspraktijken en toeristenvallen die in zijn land courant zijn. Zo zal u ze ook gemakkelijker erkennen en niet (of minder snel) in de val lopen.
- Doorgaans bestaat de oplichting erin om geld af te troggelen door u een extreem hoge prijs te doen betalen of door u bang te maken. In sommige gevallen gaat het om valse politiemannen, corrupt overheidspersoneel of georganiseerde bendes die het op buitenlandse toeristen hebben gemunt.
(Lees ook het artikel : “Onveiligheid op reis” en “Oplichting voorkomen in het buitenland”) .
- Officiële documenten of geld in het hotel achterlaten op een onveilige plaats houdt altijd een risico in, ook al wordt er slechts een deel van de bezittingen gestolen.
Echt meegemaakt
Niets is beter dan getuigenissen met “waar gebeurde verhalen”. Julie, één van de globetrotters van “Du monde au tournant”, geeft ons haar relaas.
1. De valse politieagent
Wanneer u een fototoestel draagt, en vooral een “reflextoestel”, wordt u snel het doelwit van alle soort oplichters.
Onze wereldreis was nog maar net begonnen en we gingen voor de eerste keer op stap in Nairobi. We hadden ons fototoestel nog maar pas in onze zak weggestoken, of we werden benaderd door een man die ons met krachtige stem zei: “Het is verboden om hier foto’s nemen. Volg mij naar het politiebureau!“. Eigenlijk is dit maar gedeeltelijk waar: het is inderdaad niet toegelaten om foto’s te maken van offficiële gebouwen in het centrum van Nairobi. Maar wij bevonden ons nog in de voorstad!
Gelukkig hadden we ons ingelicht over wat toeristen wel en niet mogen doen en over de praktijken van de oplichters van Nairobi. Het verhaal van de “valse politieagent” kwam veel voor. We hebben hem dus om zijn politiekaart gevraagd, een kaart die alle politiemensen in Kenia op zak moeten hebben en zo nodig moeten kunnen voorleggen. Hij beweerde dat hij ons zijn kaart niet kon tonen omdat ze op het politiecommissariaat was en dat we hem daarnaartoe moesten volgen.
“No thanks en good-bye!” … en we vervolgden onze weg met een bang hartje zonder om te kijken…
2. Corruptie
Die avond nodigde de Keniaanse vriend bij wie we logeerden ons uit op een studentenfeestje. Om geen risico te lopen op de diefstal van onze paspoorten, beslisten we om ze achter te laten op onze hotelkamer. Slecht idee!
Die avond werd Michel, mijn reisgezel, in de boeien geslagen door twee politiemannen die een identiteitscontrole hielden. Ze verdachten hem ervan een terrorist te zijn omdat hij enkel zijn Belgische identiteitskaart op zak had en geen paspoort. De hele zaak heeft zowat 2 uur geduurd. Maar het paspoort was eigenlijk slechts een voorwendsel, want toen we het uiteindelijk hebben kunnen voorleggen, begonnen de politiemannen moeilijk te doen over de geldigheidsduur van het visum (dat volledig in orde was). In feite waren ze enkel uit op de 1000 Keniaanse shillings die we hen moesten betalen om met rust gelaten te worden.
In dergelijke omstandigheden, wanneer ordediensten misbruik maken van hun macht (wat wij in Azië ook hebben meegemaakt), is er helaas weinig te doen. Zijn rechten goed kennen helpt meestal om minder “smeergeld” te moeten betalen. Het is vooral van belang om achteraf mee te delen wat men heeft meegemaakt: schrijf erover naar het consulaat, naar de toeristische dienst, op reisblogs, … Het is van belang dat ze weet hebben van deze verhalen om iets te kunnen ondernemen tegen corruptie.
3. Geld achtergelaten in het hotel… en deels verdwenen!
Die dag hadden we beslist om te gaan baden in de Blue Lagoon, een paradijselijke plek nabij Luang Prabang in Laos. We waren zeer vroeg vertrokken om de toestroom van toeristen te vermijden die er gewoonlijk rond 11u aankomt. Om ons geld niet zonder toezicht langs de oever van het meer achter te laten, lieten we in onze Guesthouse de 2.000.000 kips die we zonet bij de bank hadden gewisseld (ongeveer 200€).
Wanneer we in het hotel terugkwamen was alles er nog aanwezig: de computers lagen op onze bedden, de smartphone was steeds aan het opladen op het tafeltje. We waren dus gerust. Totdat Michel me de stapel bankbriefjes toestak. “Er zijn briefjes weg! De stapel bankbriefjes was tevoren veel dikker!” Inderdaad, tussen 100 en 200 briefjes is het verschil kwa dikte nogal opvallend. Al de rest had de dief dus onaangeroerd gelaten, enkel een deel van onze bankbiljetten was gestolen. Toen begonnen we te twijfelen: “Heb ik een deel van het geld niet apart gestoken? Heb ik wel degelijk zoveel geld gewisseld?” Toch wel. Het antwoord was duidelijk: een deel ervan was gestolen.
Toen we later op doorreis waren, hebben we hierover gesproken met andere reizigers. “Ik denk dat we hetzelfde hebben meegemaakt in een andere stad”, zeiden ze. “Maar we waren ook niet zeker. We hadden de indruk dat we veel meer euro’s op zak hadden, en toen we ons geld enkele dagen later natelden, stelden we vast dat er briefjes ontbraken. We dachten eerst dat we ons vergist hadden.”
Dit is een slimme diefstal, want heel discreet. Men ziet niemand buitenlopen met een dik pak bankbiljetten, men kan niemand beschuldigen, en als men zijn geld niet meteen natelt, denkt men dat men zich heeft vergist. Een heel andere situatie dan wanneer bvb. een gsm wordt gestolen.
Als men op reis niet al zijn geld op zich draagt (veiligheidszakje op het lichaam), kan men het best verdelen over verschillende plekken. Andere tip: steek het geld in een (diepvries)zakje zodat er geen briefje her en der kan blijven rondslingeren. En eens te meer: bij een dergelijke diefstal doet u best altijd meteen een aangifte bij de politie.
4. “Toeristenprijzen” zijn (gelukkig) niet altijd een valstrik
Soms leeft men zodanig met de “psychose” om opgelicht te worden, dat men de prijzen …. te goed onderhandelt!
Nog altijd in Kenia: bij de heenreis naar Rusinga Island betaalden we ons busticket 250 Ksh. Toen we enkele dagen later terugkwamen, vroeg men ons 300 Ksh. Wij bleven halstarrig weigeren deze prijs te betalen en haalden onze beste argumenten boven.
Uiteindelijk mochten we instappen voor 250 Ksh. We kregen onze tickets een beetje “in het geniep”. Eens op de bus vroegen we aan onze buurman (een “local”) hoeveel hij betaald had : 300 Ksh. Oops ! Meteen werden we met een schuldgevoel opgezadeld. Bij aankomst begon de buschauffeur met ons te lachen en ons te feliciteren. Mzungu’s (Westerse toeristen) die minder betalen dan de locals: dat hadden ze nooit meegemaakt!
We waren zo overtuigd dat de ticketverkoper ons wilde foppen, dat we geen hogere prijs wilden betalen. Maar eigenlijk zaten we op de bus van een andere vervoersmaatschappij die een beetje duurder was…
Het bewijs dat men voorzichtig moet zijn, maar zonder paranoïde trekjes!